Wat Zuidoost-Azië aantrekkelijk maakt als soort tariefvrije zone komt voornamelijk neer op goedkopere arbeidskrachten en goede handelsakkoorden. Arbeidskosten in veel delen van de regio liggen doorgaans ongeveer de helft van wat ze in China zijn, waardoor producenten ruimte krijgen om hun winstmarges intact te houden, ook terwijl ze wereldwijd concurreren. Het gebied beschikt ook over vrij stevige handelsregelingen. Neem bijvoorbeeld AFTA en RCEP; deze overeenkomsten helpen tarieven te verlagen en bevorderen meer handel tussen buurlanden, wat zeker helpt om lokale bedrijven voorop te houden. Bedrijven die weten hoe ze met deze handelskaders moeten werken, vinden vaak dat ze geld besparen op alles van het inkopen van materialen tot dagelijkse operaties, waardoor Zuidoost-Azië niet alleen goedkoper, maar ook daadwerkelijk een slimme plek wordt om op lange termijn een bedrijf te runnen.
Zuidoost-Azië ligt precies op de kruising van alle belangrijke scheepvaartroutes, wat verklaart waarom het een zo belangrijk knooppunt is geworden voor de internationale handel. De ligging in de buurt van gebieden zoals de Zuid-Chinese Zee en de smalle Straat van Malakka betekent dat schepen hun lading veel sneller kunnen vervoeren dan wanneer ze elders heen zouden moeten. Voor bedrijven die hun producten op de Aziatische markten of over de Stille Oceaan willen brengen, fungeert dit gebied als een soort centrale schakel. Daarom vestigen zoveel grote bedrijven zich hier wanneer zij hun supply chains willen stroomlijnen. Neem bijvoorbeeld Singapore, dat dankzij zijn uitstekende havenfaciliteiten en bedrijfsvriendelijke beleidsmaatregelen feitelijk de opslagkoning van de regio is geworden. Al deze factoren gezamenlijk maken het gebied ideaal voor het snel verplaatsen van goederen, en eerlijk gezegd zorgt deze opstelling ervoor dat de lokale economieën op een gestage manier blijven groeien zonder al te veel hobbels onderweg.
Zuidoost-Azië is grotendeels een belastingvrije zone geworden, vooral omdat de regeringen daar voortdurend geld blijven investeren in hun havens. Neem alleen al Vietnam, dat alleen al 25 miljard dollar wil investeren in kustfaciliteiten tegen 2028. Het hele gebied verwacht in de komende jaren ongeveer 80 miljard dollar in totaal te besteden aan het verbeteren van havens en dokken, met als doel sneller meer vracht te kunnen verwerken. Betere haveninfrastructuur betekent dat schepen minder lang hoeven te wachten en bedrijven daadwerkelijk geld besparen, wat verklaart waarom zoveel fabrikanten overwegen hun activiteiten hierheen te verplaatsen vanuit China. Ook de wegenstructuren en spoorverbindingen worden beter, wat ervoor zorgt dat die moderne nieuwe havens daadwerkelijk goed functioneren wanneer goederen het land in moeten. Al deze investeringen veranderen de manier waarop bedrijven over de grens opereren, en creëren kansen die er eerder niet waren, zowel voor lokale economieën als voor internationale handelaren die goedkopere alternatieven zoeken.
De landen van Zuidoost-Azië worstelen met grote problemen in hun infrastructuur en logistieke systemen, wat de werking van de gehele supply chains aanzienlijk beïnvloedt. Neem bijvoorbeeld wegen — slechts ongeveer 30 procent van die in ASEAN voldoet daadwerkelijk aan de norm, waardoor het op tijd vervoeren van goederen een echte uitdaging wordt. Slechte wegcondities veroorzaken allerlei knelpunten die vertragingen en hogere kosten met zich meebrengen voor bedrijven die proberen te bereiken wat China heeft gerealiseerd met zijn supply netwerken. Het oplossen van deze chaos is niet alleen belangrijk, maar absoluut noodzakelijk als de regio haar supply chains soepel in stand wil houden. Wat we nodig hebben, is serieuze investering in betere wegen en bruggen, plus slimme logistieke oplossingen die deze regionale peculiariteiten aankunnen, zonder het budget te laten ontsporen.
Veel productiebedrijven in Zuidoost-Azië zijn nog steeds sterk afhankelijk van onderdelen en materialen die uit China komen. Dit maakt het voor deze bedrijven erg lastig om hun eigen supply chains effectief te beheren. Als er op de wereldmarkt iets misgaat, zoals het tekort aan halfgeleiders in 2021, dan worden deze bedrijven hard geraakt omdat ze weinig alternatieven hebben. Het vinden van manieren om de herkomst van hun grondstoffen te diversifiëren wordt dan ook erg belangrijk. Sommige bedrijven werken ondertussen al samen met leveranciers die dichter bij huis zitten, of zelfs binnen hun eigen land. Deze aanpak helpt bij het opbouwen van stevigere supply networks die beter bestand zijn tegen onverwachte problemen dan voorheen. Auto-fabrieken in Thailand werken bijvoorbeeld momenteel samen met lokale metaalbedrijven in plaats van uitsluitend te vertrouwen op invoer uit het buitenland.
Het ontbreken van consistente regelgeving binnen ASEAN veroorzaakt hoofdpijn voor bedrijven die in de hele regio willen opereren. Verschillende landen heffen allerlei tarieven, behandelen douane op eigen wijze en hanteren volledig verschillende arbeidsvoorwaarden. Deze verschillen vreten echt aan de nalevingsbudgetten en vertragen de dagelijkse operaties. Als de ASEAN-landen beter samen zouden werken aan regelgeving, zou dat op de lange termijn veel kansen openen. Handel tussen lidstaten zou veel eenvoudiger worden en het managen van gehele supply chains over de grenzen heen zou geen nachtmerrie meer zijn. Voor bedrijven die Zuidoost-Azië in overweging nemen als een plek om productieactiviteiten vanuit China te verplaatsen, is het oplossen van deze regelgevingsproblemen niet alleen wenselijk, maar absoluut essentieel om de regio werkelijk functioneel te maken als alternatieve productiebase.
Vietnam is de laatste tijd een soort exportmachine geworden en haalde in 2022 een handelsoverschot van circa 19 miljard dollar binnen, voornamelijk dankzij de constante volledige werking van hun fabrieken. Het land groeit naar een reputatie als bestemming waar bedrijven hun activiteiten verplaatsen vanuit China, wat betekent dat er veel buitenlands geld blijft stromen, met name naar de technologie- en kledingindustrie. Maar er zijn ook nadelen. Deze snelle groei roept vragen op over of Vietnam deze groei kan volhouden zonder toekomstige problemen te veroorzaken. Sommige economen wijzen erop dat, als de groei zo doorgaat zonder adequate controle, de prijzen binnen het land mogelijk onbeheersbaar kunnen stijgen. Dat zou zeker complicaties met zich meebrengen voor wie serieus overweegt langdurig te investeren in Vietnam. Als Vietnam zijn positie wil behouden, moet het land manieren vinden om al deze binnenstromende investeringen te beheren, terwijl tegelijkertijd Vietnamese burgers beschermd worden tegen stijgende levensonderhoudskosten.
Thailand is dankzij zijn goed ontwikkelde industriële zones uitgegroeid tot een belangrijke speler in de productie, en trekt daardoor grote namen in de industrie, met name in de automotive-industrie. Deze speciale economische zones brengen constante investeringen in het land en dragen bij aan een stabiele economie. Thailand heeft zich de laatste tijd georiënteerd op de productie van elektrische voertuigen, in een poging om voorop te lopen in de race om innovatieve technologie. Elektrische auto's produceren is logisch gezien de wereldwijde vraag naar schonere transportopties, hoewel er zeker obstakels zijn om te overwinnen. Als Thailand het meeste uit zijn industriële opzet wil halen, moet het harder werken aan het aantrekken van technologie-startups en innovatiecentra om hier een vestiging op te zetten. Het doel moet zijn om te transformeren van een gewone fabriekslocatie naar een echt centrum waar nieuwe technologieën worden ontwikkeld en getest.
Vietnam en Thailand zijn hun lokale productieoperaties razendsnel aan het opbouwen, maar deze voortgang gaat gepaard met serieuze duurzaamheidsproblemen. De snelle industrialisatie bedreigt ecosystemen in beide landen, met name rond de grote industriecentra. Fabrikanten staan voor echte uitdagingen bij het proberen beheren van productiekosten en tegelijkertijd emissies uit fabrieken verminderen. Veel vooraanstaande bedrijven zijn al begonnen met het toepassen van zonnepanelen, recyclingprogramma's en schonere productiemethoden om deze problemen direct aan te pakken. Duurzaam worden is tegenwoordig niet langer alleen het volgen van internationale klimaatdoelstellingen; het wordt essentieel als deze economieën willen groeien zonder hun bossen, rivieren en luchtkwaliteit uit te putten. Aangezien de fabrieksproductie binnen vijf jaar verdubbeld wordt verwacht, moeten beleidsmakers in Hanoi en Bangkok nu duurzaamheid tot een kernaspect van hun economische plannen maken, in plaats van dat later te doen.
De laatste tijd heeft de Amerikaanse regering zich steeds meer gericht op hoe landen hun handelspraktijken hanteren, met name wanneer het gaat om het omzeilen van tarievenregels. Dit strengere toezicht creëert echte problemen voor exporteurs uit Zuidoost-Azië die allerlei trucs proberen te gebruiken om extra heffingen te vermijden op goederen die de Amerikaanse markt binnenkomen. Nieuwe regels die nu worden ingevoerd kunnen de kosten voor bedrijven verhogen, simpelweg om aan de wet te voldoen, wat betekent dat veel bedrijven opnieuw moeten nadenken over waar ze hun grondstoffen vandaan halen en hoe producten over grenzen worden verzonden. Bedrijven moeten echt aanpassingen maken als ze hun positie op de Amerikaanse markt willen behouden zonder terrein te verliezen aan concurrenten. De huidige situatie maakt duidelijk dat flexibele supply chains niet langer iets extra's zijn, maar juist essentieel zijn om te kunnen omgaan met de voortdurend veranderende regelgeving die steeds vaker wordt aangepast.
Als Zuidoost-Azië wordt geconfronteerd met universele tarieven tussen 10% en 20%, kunnen de economieën in de regio ernstige gevolgen ondervinden. Dergelijke tarieven hebben de neiging de prijs van geïmporteerde goederen te verhogen, wat de economische groei aanzienlijk kan afremmen en ervoor zorgt dat lokale fabrikanten wereldwijd minder concurrentiekrachtig worden. De productie- en elektronicasectoren zijn bijzonder kwetsbaar, omdat zij sterk afhankelijk zijn van export naar het buitenland. We hebben al eerder vergelijkbare situaties meegemaakt, waarin bedrijven internationaal terrein verloren na plotselinge veranderingen in tarieven. Voor bedrijven die voorop willen blijven lopen, is het steeds belangrijker om te begrijpen hoe deze tarieven de supply chains zullen beïnvloeden. Bedrijven moeten nu al nadenken over mogelijke oplossingen en alternatieve strategieën, voordat de problemen te groot worden om nog effectief mee om te gaan.
De ASEAN-landen worstelen met het beheren van hun diplomatieke relaties, terwijl de spanningen tussen de Verenigde Staten en China toenemen. Dit heeft invloed op de werking van de handel in de regio. Het behouden van neutraliteit blijft belangrijk als zij willen doorgaan met het aantrekken van investeringen en het behouden van interesse van buitenlandse bedrijven. Aangezien de relaties dag na dag complexer worden, helpt het hanteren van consistente handelsbeleidslijnen om risico's van politieke conflicten te verminderen. Wanneer landen samenwerken aan gemeenschappelijke strategieën, versterkt dit de individuele posities en draagt het bij aan meer economische stabiliteit in de gehele regio tijdens deze moeilijke periode.